''Building bridges'' met Janson Bridging
Janson Bridging is een wereldwijd opererende organisatie gespecialiseerd in modulaire producten en services op het gebied van bruggen, pontons, roro’s (roll-on-roll-off systemen) en ferry’s. De organisatie bestaat uit twee business units: Janson Bridging Europe en Janson Bridging International. Janson Bridging heeft tevens een eigen engineeringbureau met vijftien ingenieurs in dienst voor het ontwerpen van modulaire constructies. Het hoofdkantoor is gevestigd in Nederland. In Europa heeft Janson acht vestigingen, naast Nederland zijn dat het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, België, Italië, Noorwegen en Polen. Tjeerd de Vries, Chief Operating Officer van de Janson Bridging Group, gaat in gesprek met Laspartners Multiweld en vertelt meer over de geschiedenis van Janson Bridging, kwaliteit en standaarden én het partnerschap met De Groot LPMW Lasinstituut op het gebied van inspectie, opleiding, lascoördinatie en certificatie.
Een stukje modulaire geschiedenis
Janson Bridging werd in 1972 door Piet Janson opgericht, die kansen in de markt zag met de verhuur van Baileybruggen. Baileybruggen werden tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkeld om als tijdelijke brug te fungeren ter vervanging van door de Duitsers beschadigde of vernietigde bruggen. Met behulp van de inzet van Baileybruggen konden de geallieerden de bevoorrading van hun troepen verzekeren, waardoor uiteindelijk de overwinning kon worden behaald. Na de oorlog werd het Baileybrugsysteem ook veel gebruikt tijdens de wederopbouw van Europa. Eind jaren 1990 werd Janson Bridging verkocht aan de Van Schie Groep uit Mijdrecht. Onder de nieuwe eigenaars ging Janson zelf moderne modulaire bruggen ontwerpen. Tegenwoordig wordt de Baileybrug alleen nog maar als voetgangersbrug verhuurd. Voor de huidige verkeerslasten is dit brugtype niet langer geschikt. Tegenwoordig wordt veel gebruik gemaakt van bruggen van het zogenaamde plaatliggertype. Daarmee voldoen de tijdelijke bruggen van Janson aan alle eisen die tegenwoordig vanuit wet- en regelgeving aan tijdelijke bruggen worden gesteld.
Grootste bruggenverhuurder ter wereld
De modulaire ontwerptechniek van Janson Bridging is gericht op het construeren van bruggen met gelijkwaardige componenten. Daardoor kunnen de bruggen aangepast worden aan de klantvraag. De Vries: “Je kunt het zien als een doos Lego. Daarmee kun je ook steeds verschillende constructies maken, bijvoorbeeld een brandweerkazerne. Die brandweerkazerne kon je vervolgens ook weer aanpassen of weer helemaal uit elkaar halen om er iets heel anders van te bouwen. Sinds kort heeft men het in het civiele vakgebied in Nederland over de zogenaamde IFD-aanpak voor de bouw van bruggen. IFD staat daarbij dan voor: Industrieel, Flexibel en Demonteerbaar. Janson past dit principe al sinds jaar en dag toe, want onze tijdelijke brugsystemen worden bij staalconstructiebedrijven gemaakt, zijn flexibel, want ze zijn in meerdere varianten te bouwen én ze zijn demonteerbaar. Zo gezien was Janson zijn tijd ver vooruit.”
Anno 2019 is Janson Bridging in Europa de grootste verhuurder van tijdelijke brugsystemen. De Europese tak van het bedrijf heeft zo’n 30.000 ton aan stalen brugsystemen in voorraad, verdeeld over vier locaties. Wereldwijd heeft Janson Bridging een breed netwerk van agenten, dealers en distributeurs. Daarmee kan het bedrijf zijn opdrachtgevers in Amerika, Azië en Afrika efficiënt en goed bedienen.
Een hoge kwaliteitsstandaard
De modulaire brugsystemen van Janson Bridging voldoet uiteraard aan alle veiligheidseisen die overheden tegenwoordig aan bruggen stellen. Dat betekent voor Europa dat de engineers van Janson voor elke brug die wordt verhuurd, een statische en een dynamische berekening maken. Dat doen ze aan de hand van de Eurocode standaard, een door de EU uitgegeven norm waaraan bruggen technisch moeten voldoen. Janson garandeert de kwaliteit van zijn bruggen verder, doordat het bedrijf al zijn materiaal laat produceren bij gecertificeerde staalconstructiebedrijven.
Ook inspecteert het bedrijf alle brugonderdelen regelmatig, zowel tijdens, na én natuurlijk voor het gebruik. Kwaliteit en veiligheid staan bij Janson hoog in het vaandel. En dat moet ook, want we hebben de laatste tijd gezien dat het met bruggen behoorlijk fout kan gaan. Iedereen herinnert zich nog wel de beelden van de instortende brug bij Genua in Italië, waarbij drieënveertig dodelijke slachtoffers waren te betreuren. Dat was het bekendste en meest tragische brugongeluk in Europa, maar helaas was het niet het enige. Ongelukken met bruggen komen de laatste jaren helaas steeds vaker voor, ook omdat veel bruggen die na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd langzaam maar zeker aan het einde van hun levensduur komen en de steeds hogere verkeersintensiteit vaak niet goed meer aankunnen. Nu gaat het hierbij altijd om permanente bruggen, maar juist ook bij tijdelijke bruggen moet de veiligheid gewaarborgd zijn. Kwaliteitswaarborging begint bij Janson Bridging al op de tekentafel. Janson Bridging ontwerpt zijn modulaire systemen zelf. En bij elke brug wordt zoals gezegd een specifieke berekening gemaakt. In bepaalde landen, zoals Duitsland, worden deze berekeningen door een onafhankelijke ingenieur gecontroleerd. Zonder goedkeuring van de zogenaamde “Prüfingenieur” mag de tijdelijke brug niet worden gebouwd. Dit is volgens De Vries een goed systeem, omdat het ertoe bijdraagt dat in elke situatie als gevolg van een goede samenwerking tussen bedrijf en overheid, een veilige en op zijn taak berekende tijdelijke brug wordt geplaatst.
Inspectie
De elementen waaruit de brugtypen van Janson bestaan, kenmerken zich onder meer door een hoge maatvastheid. Dat is nodig om elk element (elk ‘Legoblokje’) precies hetzelfde te laten zijn, zodat ze feilloos aan elkaar zijn te monteren. Het moet allemaal precies passen zodat de gewenste sterkte van de brug als geheel behaald kan worden. Tevens moet bij de bouw van de elementen rekening worden gehouden met de temperatuur. Bij warm weer zet staal immers uit. Boven de 30 graden Celsius kan een brugelement wel meer dan 5 millimeter langer zijn. Dat lijkt niet veel, maar heeft als gevolg dat onderdelen, gaten, moeren en bouten niet op elkaar passen. Het productieproces moet daarom worden ingemeten op 10 graden Celsius, anders treden er te grote afwijkingen op. Om de kwaliteit te waarborgen tijdens de constructie, zijn kwaliteitsinspecteurs noodzakelijk. Janson Bridging beschikt zelf niet over specialisten voor het inspecteren van lasnaden. Daarom werd een beroep gedaan op de specialisten van De Groot LPMW Lasinstituut (het Lasinstituut). De samenwerking beviel en van daaruit werd het Lasinstituut steeds vaker betrokken bij een breed scala aan projecten van Janson Bridging. Inmiddels bezoeken de inspecteurs van het Lasinstituut niet alleen meer de bedrijven die voor Janson produceren, maar zijn ze ook betrokken bij de dagelijkse inspecties vóór, tijdens en na gebruik.
De interne inspecties voert Janson uit aan de hand van een vast protocol door middel van het zogenaamde Inspectie- en onderhoudsmechanisme. De consequente toepassing van het mechanisme leidt ertoe dat elk onderdeel nauwgezet wordt geïnspecteerd. De resultaten van elke inspectie worden schriftelijk vastgelegd. Daardoor heeft Janson van elk van zijn brugelementen een nauwkeurig beeld van de staat van onderhoud. Mocht een element overigens reparatie nodig moeten hebben, dan gebeurt dat via een reparatieprotocol. Ook daarbij krijgt Janson ondersteuning van De Groot LPMW Lasinstituut. Reparatiewerkzaamheden worden of bij de toeleverancier of in de eigen constructiewerkplaats uitgevoerd. De opleiding van Jansons lassers besteedt het bedrijf ook uit aan De Groot. De correcte uitvoering van het inspectie- en onderhoudsmechanisme wordt overigens jaarlijks getoetst door Bureau Veritas.
Op maat gemaakte opleidingen vanuit De Groot LPMW Lasinstituut
Omdat Janson Bridging steeds meer kwaliteitscontrole vanuit de eigen organisatie wil bewerkstelligen, is men dit jaar met behulp van het Lasinstituut begonnen met het opleiden van eigen personeel. Het Lasinstituut stelde een opleidingsplan samen voor het inspecteren van de constructies van Janson Bridging, puur gericht op het eigen materieel. Een aantal medewerkers van Janson Bridging is inmiddels opgeleid tot lascoördinator of lasinspecteur. Momenteel heeft men twee kwaliteitscontroleurs in het bedrijf. Ook is het Lasinstituut betrokken bij de opleiding van engineers van Janson tot International Welding Engineer (IWE). Daarmee krijgt Janson voor het ontwerpen van nieuwe modulaire tijdelijke brugtypen nog meer eigen kennis ter beschikking op het gebied van lasverbindingen.
De Vries: “We zijn erg blij met het vakmanschap en de ondersteuning die we van het Lasinstituut krijgen. Hun lasinspecteurs brengen ons kennis die wij nog onvoldoende zelf bezitten, maar die essentieel is voor de kwaliteit van onze producten en dienstverlening. Daarnaast helpt het Lasinstituut ons met het opleiden en ontwikkelen van ons eigen kwaliteitscontroleurs. Daarmee is het Lasinstituut voor ons een waardevolle partner waarmee we nog lang hopen samen te werken!”
Meer informatie?
Zoek jij ook ondersteuning van experts op het gebied van lassen, certificering, laskwalificaties, lasmethodekwalificaties, inspecties of andere lasgerelateerde zaken? Neem dan contact op met De Groot LPMW Lasinstituut via: +31(0)88-1344555, info@lasinstituut.nl of via de website.