Wat is laaggelegeerd staal?
Legeringen zijn mengsels van twee of meerdere metalen. Laaggelegeerd staal bevat tussen de 1,5 en 5% legeringselementen (exclusief koolstof). Mangaan (Mn) en silicium zijn veel voorkomende legeringselementen, maar ook chroom (Cr), vanadium (V), nikkel (Ni) en molybdeen (Mo) komen veel voor. Laaggelegeerd staal wordt gebruikt in onder andere gereedschapsstaal, buizen en assen.
Keuze juiste laspoeder bij laaggelegeerd staal
Bij het kiezen van het juiste laspoeder en lasdraad komen er een aantal belangrijke zaken kijken. Zo moet je bij het kiezen van het juiste laspoeder opletten of het lasproject bestaat uit dunne of dikke platen en of deze platen bestaan uit een of meerdere lagen. Ook moet er nagegaan worden of het gaat om een hoek- of om een stomplas, platen met roestwerende primer of schone platen en welke voorgeschreven mechanische eigenschappen het materiaal heeft. De draadkeuze hangt af van met welke laspoeder wordt gewerkt en dit wordt verder bepaald door onder andere de lasnaadvorm, de analyse van het moedermateriaal, de oppervlakteconditie van het te lassen materiaal en de vereiste mechanische eigenschappen. Tenslotte hangt het kiezen van de juiste draad/poedercombinatie af van de vereiste mechanische eigenschappen.
Onderpoeder lassen
Onderpoeder lassen betreft een booglasproces met een continu aangevoerde afsmeltende lasdraad onder een poederdek. Het onderpoederlassen kan hiermee vergeleken worden met het MIG-lassen. Het poeder zorgt dat het smeltbad wordt beschermd tegen de atmosfeer door gesmolten poeder (slak). De vloeibare slak beïnvloedt de chemische samenstelling van het lasmetaal en de laseigenschappen. De functie van het laspoeder is te vergelijken met die van de elektrodebekleding bij het handlassen met elektroden. Het verschil is dat het poeder los gestort wordt terwijl de elektrodebekleding vastgebakken zit om de kernaad, maar beide bepalen de boogstabiliteit, de maximale snelheid en beide zuiveren het smeltbad.