Lasnaadvoorbewerking
Lasnaadvoorbewerkingen zijn de handelingen die je uitvoert aan de te lassen onderdelen voordat je daadwerkelijk gaat lassen. Het doel van lasnaadvoorbewerking is het verkrijgen van een goede las. Lasnaadvoorbewerking kan gedaan worden voor platen en voor pijpen. Als je dunnen platen aan elkaar moet lassen kunnen de delen worden geknipt. Het nadeel van knippen is dat er tijdens of na het lassen kleine haarscheurtjes kunnen ontstaan. Dit kan vervolgens zorgen voor een slechte las. Buizen, hoekprofielen of kokermateriaal wordt vaak op de juiste lengte gezaagd. Vaak is het dan gebruiksklaar als het gebruikt wordt voor constructiewerk. In sommige gevallen volgt er een nabewerking in de vorm van afbramen.
Autogene lasnaadvoorbewerking
Bij het autogeen lassen wordt de benodigde warmte verkregen uit de verbranding van een brandbaar gas met zuurstof. De vlam ontstaat na ontsteken van het gasmengsel dat uit het brandmondstuk stroomt. Autogene gereedschappen voor lasnaadbewerking zijn makkelijk verplaatsbaar en relatief eenvoudig te gebruiken. Zuurstof en acetyleen worden verkregen uit stalen cilinders, die voorzien moeten zijn van een geschikte drukregelaar. Voor het lassen wordt meestal een injecteurbrander gebruikt. Na menging van beide gassen ontstaat een brandbaar gasmengsel.
Verspanende lasnaadvoorbewerking
Verspanen is het bewerken van materiaal door machines of met de hand, waardoor er spanen van het product worden verwijderd. Doormiddel van verspanen wordt het product kleiner en verandert daarmee van vorm. Daarnaast neemt ook de massa en het gewicht af. Er zijn binnen de techniek verschillende verspanende bewerkingen aanwezig. De bewerkingstechniek die wordt gekozen is afhankelijk van het doel dat bereikt moet worden.